De voormalige grens in Nieuwenhagen (1)
We zijn hier in Nieuwenhagen (gemeente Landgraaf) in de Rötscherweg. Deze weg was vroeger de grens tussen Spaans en Nederlands gebied. Het was toen nog een smalle onverharde veeweg. In de 17e eeuw stond hier nog maar één huis, het huis met de blauwe poort, op Nederlands gebied. Destijds vierkant van vorm, ongeveer 4 bij 4 en met bakstenen muren van bijna een halve meter dik. Best bijzonder, want alle andere huizen in het dorp waren lemen vakwerkhuizen.
Vanuit de kelder van het bakstenen huis liepen verschillende gangen onder de weg door. Later kwamen er meer gangen. Ondergrondse vluchtgangen en smokkelgangen. Tijdens de 80-jarige oorlog en nog anderhalve eeuw daarna hebben zich hier verschrikkelijke taferelen afgespeeld. De bewoners zochten hun toevlucht in de gangen, die ook gebruikt werden om spullen in veiligheid te brengen. Af en toe stortte een tunnel in en kwamen mensen door verstikking om het leven.
Ook in de buurt van het oude kerkje en de nieuwe kerk waren er manshoge tunnels. Het oude kerkje lag op Spaans gebied, de Spaanse kant van de grens (het wordt dan ook ‘Sjpaans Kentje’ genoemd). Ook hier was de weg de grens tussen Spaans en Nederlands gebied. Dit deel van het dorp Nieuwenhagen wordt al eeuwenlang Op de Schans genoemd. Die naam wijst op een verdedigingswerk. Niet in de vorm van bovengrondse kazematten maar ondergrondse gangen.
De voormalige grens in Nieuwenhagen (2)
Op de plek van de nieuwe kerk (gebouwd in 1917) waren vroeger enkele poelen. Hier vonden vele gruwelijkheden plaats. Ook waren er tunnels van kruiphoogte, waarschijnlijk verbonden met een huis dat vroeger op de hoek stond.
Wij lopen de parkeerplaats op. De camera registreert wat ik voel, zie, ruik en zeg.
‘Oh oh, oh oh, hier word ik echt niet goed, … duizelig, … ik moet even zitten. Ze zijn hier allemaal gestikt in de modder, veel dode mensen hieronder, het is net alsof ze die lijken als verhoging hebben gebruikt. Hier zijn heel veel dingen gebeurt. Massamoord!! (Ze zijn voor mij nog aanwezig…).
Ik zie een soort bisschop, de muts met een rode kruis, geen lang kruis, … ik zie zijn ring, bruinrode steen, … is glad maar hobbelig, heeft een randje en een heel klein klipje aan de zijkant, een dekseltje dat open kan. Ik zie ook iets van donkerbruine zalf. Hij heeft lange vingers, in verhouding, en een pokdalig gezicht, niet dik, maar een rond hoofd, donker haar, of hij lang haar heeft weet ik niet, maar wel dik haar, met een slag, kan met een staart...
Hij heeft veel te zeggen, veel macht.., er is een groep, die bedelaars of mismaakte mensen ronselt om gangen te graven tegen zogenaamde betaling.
Ik weet niet wat zijn bedoelingen waren. Trouwens als hij lacht, lijkt het meer op bulderen dan wat anders. Hij lacht mij gewoon uit!!
Zijn lachen is hem wel vergaan. Hij werd opgepakt. Hij is niet opgehangen, ik voel onder mijn oren naar beneden pijn… hij is gemarteld, geradbraakt, uit elkaar getrokken, het kan ook onthoofding zijn, ja, dat is ook zo. Hij heeft niets met de bokkenrijders te maken. Hij heeft verderop gewoond, in een huisje (staat er niet meer) veel verder achter de kerk.
Hij was een overloper. Zijn doel was om veel oorlogsgeld (spullen) vergaren. Het was dus gewoon een rover met zijn knechten zal ik maar zeggen, deze mensen hebben ook de buit verstopt in allerlei soorten gangen. Daarachter in de gangen moeten ze veel spullen gevonden hebben. Nu weet ik gelukkig de link. Ik vermoed dat er een gedeelte in de kerken is verstopt. Hier wil ik dieper op ingaan.
Overigens die gangen waren geen lange tunnels, maar kleine schuilplekken.
Bokkenrijders in het bos bij de Lichtenberg (1)
In zijn boek De Bokkerijders, roversbenden en geheime genootschappen in de landen van Overmaas kenschetst Anton Blok, hoogleraar culturele antropologie, de geschiedenis van de bokkenrijders als de verminkte kennis van een onderworpen boerenbevolking. In allerlei boeken wordt ongeveer hetzelfde beschreven, met kleine aanpassingen, en vaak weinig achtergronddetails. Vaak geromantiseerd of een ander verhaal eromheen verzonnen.
De Bokkenrijders vormden eigenlijk bendes van verschillende herkomst, samenstelling en oriëntatie. Je kunt ze niet allemaal onder één noemer brengen.
In het boek van Blok lees ik eerst veel namen en hun vreselijke executies en daarna ….leuk leesvoer!
Daardoor nieuwsgierig geworden ben ik op onderzoek uit gegaan in Landgraaf met May Quaedflieg. Bij het vallen van de avond gingen we naar een bos bij de Lichtenberg, waar ik alles van de bokkenrijders vanaf het begin tot einde gevolgd heb. Er waren veel bokkenrijders aanwezig die tegen mij aan duwden.